Geschorst!

29 juni 2023 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Werkgevers die graag zelf de controle willen houden op de re-integratie (en schadelast) van zieke ex-werknemers, kunnen ervoor kiezen om eigenrisicodrager te worden voor de Ziektewet. Op die manier kunnen zij invloed uitoefenen op hun schadelast van werknemers die ziek uit dienst gaan (of binnen vier weken na uitdiensttreding zich ziekmelden). Het opleggen van een ‘sanctie’ aan een ex-werknemer is een vaak gehanteerd ‘controlemechanisme’.

Overigens wordt deze ‘controle’ van zieke ex-werknemers vaak aan een professionele partij uitbesteed, met als opdracht de schadelast zoveel mogelijk te beperken. De eigenrisicodrager – of de professionele partij die de eigenrisicodrager inschakelt – moet dan wel voldoende aan de re-integratie van de zieke ex-werknemer doen, want de eigenrisicodrager blijft verantwoordelijk voor de re-integratie van de zieke ex-werknemer. Verricht de eigenrisicodrager voor de Ziektewet onvoldoende re-integratie inspanningen, dan kan het UWV de Ziektewetuitkering verlengen na 104 weken.

Dat was ook in deze zaak aan de orde: de eigenrisicodrager had te weinig aan re-integratie gedaan en moest de Ziektewetuitkering van de zieke ex-werknemer langer doorbetalen. Om alsnog aan de re-integratieverplichtingen te voldoen (en om de schadelast alsnog te beperken), is een tweede spoortraject opgestart. Volgens de eigenrisicodrager werkte de ex-werknemer echter onvoldoende mee aan het tweede spoortraject en heeft hem daarom gewaarschuwd: onderdeel van het tweede spoortraject is immers ook het naleven van de afspraken die met het re-integratiebureau zijn gemaakt.

Kennelijk houdt de ex-werknemer zich daar niet (voldoende) aan, zodat de eigenrisicodrager het UWV heeft gevraagd om een beschikking te geven over het recht op een uitkering van de ex-werknemer. Volgens de eigenrisicodrager solliciteert de ex-werknemer ten onrechte alleen op functies waarvoor hij een opleiding van enkele jaren nodig heeft, zoals advocaat en/of rechter. Het UWV vindt dat de ex-werknemer zich niet aan zijn re-integratieverplichtingen houdt en heeft vervolgens op verzoek van de eigenrisicodrager de Ziektewetuitkering geschorst met ingang van 22 december 2017 en bij die beslissing medegedeeld dat de ex-werknemer binnen 1 maand contact moet opnemen met de eigenrisicodrager (omdat anders zijn volledige uitkering stopgezet zou kunnen worden).

In hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2021:1616) staat de vraag centraal of de uitkering van de ex-werknemer op de juiste gronden is geschorst. Dat is volgens de Raad niet het geval: het schorsingsbesluit is onvoldoende gemotiveerd en bovendien blijkt niet uit de feiten en omstandigheden dat de ex-werknemer zich niet aan de gemaakte afspraken heeft gehouden. Daarbij valt vooral op dat de eigenrisicodrager ten onrechte aan de schorsing ten grondslag heeft gelegd dat de ex-werknemer op te hoge functies solliciteerde (advocaat & rechter): deze beroepen volgden immers uit de interesse & competentie test die het re-integratiebedrijf bij de ex-werknemer had afgenomen. Pas later (op 22 december 2017) is nadrukkelijk tegen de ex-werknemer gezegd dat deze functies/beroepen niet passend zijn voor hem en dat deze sollicitaties niet meegenomen zouden worden in het kader van zijn sollicitatieverplichtingen. De ex-werknemer treft daarom geen verwijt dat hij voor die tijd wel (en vermoedelijk tevergeefs) op deze functies heeft gesolliciteerd.

Kortom: als een eigenrisicodrager zijn schadelast daadwerkelijk wil beperken, dan zal deze 1. Voldoende aan re-integratie moeten doen en; 2. Als de ex-werknemer niet meewerkt; ervoor moeten zorgen dat het door het UWV te nemen schorsingsbesluit voldoende gemotiveerd is en berust op de juiste feiten en omstandigheden.

Gerelateerde artikelen